Telegraaf 25-09-2014
Maaike Staffhorst

De sculpturen van kunstenaarsduo Heringa/van Kalsbeek hebben geen voor-of achterkant. Je kunt erdoorheen kijken en als je eromheen loopt verandert het beeld voortdurend. Voor hun nieuwste tentoonstelling Nachtvangst, in het Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch lieten ze zich inspireren door de corsobouwers uit Zundert.

Het jaarlijkse bloemencorso in de geboorteplaats van Vincent van Gogh is iets waar Liet Heringa en Maarten van Kalsbeek al jaren naartoe gaan. Heringa: “Vooral vanwege het verval na afloop, als de wagens worden afgebroken. Dan worden het skelet en de binnenkant zichtbaar en verwelken alle bloemen. Wij houden van die opengetrokken beelden, dat typeert ook ons werk. De buitenkant kan nooit bestaan zonder de binnenkant.”
Heringa/Van Kalsbeek maken grote, grillige sculpturen waarin ze uiteenlopende objecten samenvoegen: gevonden voorwerpen, natuurlijke materialen en afgietsels van bloemen en planten die ze overgieten met gestolde kleurrijke giethars, epoxy en glazuur. Veel beelden bestaan voor een deel uit toeval.Van Kalsbeek:”Dan doe je de oven open en dan tref je iets aan wat je niet had verwacht. Daar blijven we dan een tijd naar kijken. als het niet goed is beginnen we opnieuw, maar vaak komen we voor aangename verrassingen te staan”. Heringa:”Er heeft wel eens een beeld in brand gestaan. Dat was een sneeuwlandschap dat deels zwart was geworden. Uiteindelijk bleek dat heel mooi te zijn.”
Sinds 1998 werken ze als kunstenaarsduo. Ze ontmoeten elkaar en studeerden samen aan de Rietveld academie in Amsterdam. Het was liefde op het eerste gezicht. Niet meteen voor elkaar, maar voor het werk dat ze toen nog apart van elkaar maakten. Via de kunst werden ze een stel en het samenwerken leidt sindsdien tot heel veel moois. van Klasbeek:’Met Liet kom ik in een gebied waar ik anders nooit zou komen. Samen doorbreken we grenzen.”
Een verzameling zeer verleidelijke keramische beelden, die het duo eind jaren negentig maakte, is ook in de tentoonstelling in Den Bosch te zien. De op oosterse kunst geïnspireerde werken staan opgesteld op Chinese meubels die Heringa en Van Kalsbeek verzamelden tijdens hun reizen.
Na een werkperiode in het Van GoghHuis in Zundert, vorig jaar, ontstond het idee om een project te doen met corsobouwers. Niet pas na afloop van het spektakel, maar vanaf het begin. Heringa:”Die reusachtige praalwagens worden opgebouwd vanuit een stalen frame. Dat zie je nu terug in onze beelden. De Schaal en de techniek zin ongelooflijk doordacht en arbeidsintensief. In dat bouwproces heb je ook niet altijd alles in de hand ontdekten we. Dat vinden we heel aantrekkelijk.”
Het meest recente werk in Den Bosch is een samenwerking van Heringa/Van Kalsbeek en Corso Zundert: na het corso op 7 september is er één wagen naar het museum gehaald, die staat nu buiten op de binnenplaats. Het heeft de titel Kadaver Exquis (Frans voor: voortreffelijk lijk) meegekregen. Het is het kadaver van een corsowagen dat de komende maanden steeds meer verval zal gaan vertonen. “En meer schoonheid”, verzekeren de kunstenaars.

T/m 11 januari 2015